Remcilinder achterwiel vervangen
De APK keuring is nu 1x in de 2 jaar, wanneer we niet zoveel rijden met de NSU, dan merken we dat onverwachts bij de keuring. Per januari 2021 hoeven oldtimers van 50 jaar en ouder niet meer APK gekeurd te worden. Dat mogen de eigenaren zelf doen.
Remcilinders achter werken niet best of ongelijk. Rust roest.
Dit euvel moet dan opgelost worden.
Inleiding
De remcilinders achter zijn meestal het eerste aan onderhoud toe. De zuigertjes bewegen tijdens het remmen een paar millimeter. Remschoenlippen die inwendig tegen de zuigertjes drukken gaan roesten en dit wordt doorgeven aan de zuiger/cilinder. Eén of beide cilindertjes gaan vastzitten. De verslechtering van de remcilinders is te controleren door eerst te remmen met het rempedaal en de remkracht aan het wiel te beoordelen en daarna met de handrem (mechanisch) remmen. Is de remwerking van de handrem beter, dan zitten de remzuigers vast.
Remcilinder aangetast door roest
Gereedschap
Zorg voor nieuwe remcilinders en het juiste gereedschap:
- Grote ringsleutel of slagsleutel slw30
- Open-ringsleutel slw11
- Ring-steeksleutel slw10
- Gebogen remschoensleutel slw17 en ATE-montagepasta
Voorbereiding
Tik de borgplaat van de centrale moer open en draai de moer los. Krik de auto op totdat het achterwiel los draait. Merk de naaf en de remtrommel met vetkrijt in de huidige stand met elkaar en trek het wiel met de remtrommel van de naaf.
Blaas het stof uit het binnenwerk. Draai de remleiding los met open-ringsleutel slw11, draai de ontluchtingsnippel los slw7, en draai de 2 boutjes slw10 van de remcilinder los. Verwijder de remcilinder en gebruik de rubber stofkap van de ontluchtingsnippel om de remleiding af te dichten.
Trek de onderzijde van de remschoenen vanaf het aanslagblok en daarna de bovenzijde uit de zuigertjes en verwijder de remcilinder. Maak de remankerplaat ter plekke van de remcilinder aan beide zijden goed schoon en monteer een nieuwe remcilinder. Maak de remschoenlippen roestvrij en schoon.
Draai de remleidingnippel in de nieuwe remcilinder los/vast en monteer de remcilinder aan de remankerplaat. Draai het ontluchtingsventiel vast en tot slot de remleiding 'spanningsvrij' vast. Beoordeel of de remschoenvoeringen nog voldoende dik en gelijkmatig zijn ingesleten. Vervang de remschoenen als dat nodig is.
Remschoenen monteren
Plaats de stofkappen van de remcilinderover de remschoenlippen en monteer de remschoenen in de remcilinder. Zorg ervoor dat de bovenste dikke spreidplaat in de juiste stand zit. Monteer de onderste trekveer in beide gaten en plaats de remschoenen over de ring tegen het vierkante drukblok. Vet het drukblok en de uiteinden van de remschoenen licht in.
Controleer de werking van de stelnokken, maak deze vooraf weer gangbaar met WD-40 en stel deze (ongeveer) in de oorspronkelijke stand. Vóór het plaatsen van de combinatie wiel/remtrommel, moeten de remvoeringen geschuurd en vetvrij gemaakt worden evenals de stalen voering van de remtrommel.
Maak de spiebanen en de naaf en de remtrommel schoon en vet deze in. Plaats de wiel/remtrommel combinatie en corrigeer de stelnokken met een speciale remschoensleutel slw17. Let op de juiste draairichting: de nok moet tegen de buitenzijde van de remschoensleuf gedraaid worden. Plaats de borgplaat en draai de moer (zonder vet) zeer goed vast een met ring- of slagsleutel slw30.
De aandraaiwaarde is 180 - 200 Nm bij gebruik van een momentsleutel.
Borg de moer met de borgplaat.
Ontluchten remcilinders
Remcilinders altijd ontluchten wanneer de remleiding of remslag los is geweest.
Informatie hierover staat hier...
Waarschuwing: dit artikel is met zorg samengesteld. De auteur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuiste informatie of schade die hierdoor is ontstaan. Voer werkzaamheden aan het remsysteen nauwkeurig en veilig uit of laat werkzaamheden aan het remsysteem door een deskundig autobedrijf uitvoeren.