De Wankelmotor
De animatie laat de roterende beweging zien van de 3-hoekige rotor (zuiger) in de mantel (trochoïde-vorm). Op het rode excentrische deel, dat één geheel is met de rode excenteras, draait de rotor gelagerd rond. Door de beweging van de rotor over het excentrische deel én de binnenvertanding die wordt afgewikkeld over het kleine vaste tandwiel, ontstaat de excentrisch-roterende beweging. Op de buitenkant van de excenter-rotor-lagering is een gele punt geplaatst om de excenter-verdraaiing ten opzichte van de rotor-lagering, met blauwe punt, te tonen. De draaisnelheid van de “aandrijvende” rotor geeft de excenteras een 3x hoger toerental. De excenteras drijft direct de koppeling, versnellingsbak en differentieel aan.
Elke 120 graden van de rotor-verdraaiing vindt een arbeidsmoment plaats, ná het moment van ontsteking door de bougievonken. De binnenvertanding van de rotor (streeplijn met gele punt) wikkelt zich af over het kleine vaste centrale tandwiel. Het gelagerde deel van de excenteras (rood met zwarte punt) draait vrij binnenin het vaste centrale tandwiel/lagerhuis.
Rechtsboven wordt het benzinemengsel door de vacuümwerking naar binnen gezogen (gele pijl), links de compressieopbouw en na de ontsteking van het benzinemengsel volgt de arbeidsslag. Rechtsonder zit het uitlaatkanaal (blauwe pijl). Inlaat- en uitlaatkleppen ontbreken bij deze watergekoelde motor. De Wankelmotor werkt volgens het 4-takt principe: inlaat, compressie, arbeid en uitlaat.