De wereldrecords van motorcoureur Wilhelm Herz
NSU wereld-snelheidsrecords
12 april
1951 en 9 augustus 1956
Een impressie naar aanleiding van een bezoek aan Wilhelm Herz
op 24 april 1993 in het Motor-Sport-Museum op de Hockenheimring.
In 1932 won Wilhelm Herz op het circuit van Hockenheim zijn eerste wedstrijd.
In 1936 verdedigde hij de NSU kleuren zeer goed en een jaar later kreeg hij een fabriekscontract aangeboden. Na zeven jaar DKW racen, in het zadel van NSU.
Ontwikkeling NSU 350 cc compressor-motor
Voor een nadere kennismaking met Wilhelm Herz in relatie met NSU pakken we de draad op vlak na de 2e Wereldoorlog. Hij legt contact met de race-afdeling van NSU waar zijn vriend Otto Mack als hoofdtechnicus werkte. Ondanks het feit dat na de oorlog compressor-motoren verboden werden verklaard, vraagt Herz aan Mack zo'n motor. Pas een jaar later vindt Mack zo'n motor en geeft hem aan Herz om deze in zijn “museum” in Lampertheim te zetten. Volgens Mack is de rensport voorbij; dus wat moet hij met zo'n machine. Herz zet de motor niet in zijn “museum” om er naar te kijken, maar haalt hem helemaal uit elkaar. Dag en nacht is hij met de motor bezig. Het levert nog niets op, maar er spelen grootse gedachten door zijn hoofd.
Samen met het motorinstituut van de TH in Stuttgart test Herz de compressor, verandert hem naar zijn ideeën en ontwikkelt hem tot een geweldige machine.
In 1947 rijdt Herz er voor het eerst mee in de Hamburger Stadtpark-rennen.
Twee ronden gaat het goed, dan klapt de compressor-slang. Op de Nürburgring brult en huilt de motor dat het een lieve lust is, dan klapt de voorband van de machine. Goede racebanden zijn er niet. Ze worden zo vlak na de oorlog gewoon nog niet gemaakt.
NSU is nog helemaal niet in de racerij geïnteresseerd en laat de ontwikkelingen aan de privé-rijders over. 's Winters werkt Herz verder aan zijn motor; steeds meer vermogen levert de compressor. Ongelooflijk snel draaien de schoepen in het huis van de aanjager en vliegen er ook even snel uit. Herz begint weer van voren af aan. Goede kwaliteit staal is nog niet te koop. In de meubelmakerswerkplaats van zijn vader vindt Herz zaagbladen van veredeld Zweeds staal. Deze kwaliteit is op dat moment nergens in Duitsland te koop, dus gebruikt Herz deze bladen om daar schoepen van te maken. Na vele uren precisiearbeid is hij klaar en wordt de compressor weer tot boven de duizend toeren gejaagd. De compressor houdt het, de motor houdt het, de hele machine houdt het.
9 mei 1948 Herz kampioen met NSU 350 cc compressor-motor
Herz wint met deze door hemzelf ontwikkelde 350 cc NSU compressor-motor het Hockenheimrennen. Hij wint de ene race na de andere en wordt dat jaar Duitslands kampioen in de 350 cc klasse.
Wilhelm Herz is nog niet tevreden. Nog verder gaan zijn dromen. In Neckarsulm vindt hij oude modellen, laat daar afgietsels van maken, doet nieuwe compressie-proeven, maakt nieuwe berekeningen. Hij vindt een 385 cc motor en zijn gedachten maken een sprong naar de 500 cc, maar allereerst is er de snelle 350 cc machine en volgens Herz is daar nog veel meer mee te doen. Wat hij daarmee wil, zijn grote geheim moet hij toch aan een paar mensen vertellen, want alleen krijgt hij het niet voor elkaar.
Gelukkig is de interesse voor de race-sport bij NSU weer gewekt. Herz voert verschillende besprekingen met Albert Roder, de chef-constructeur bij NSU. Het gaat niet alleen om het “geheim”, maar vooral om de race-sport. Eind 1948 besluit men bij NSU weer een eigen race-team op te richten. Men contracteert Wilhelm Herz voor de klasse 350 cc, Heiner Fleischmann tot 500 cc en voor de zijspan tot 600 cc Hermann Böhm en bijrijder Karl Fuchs. Het geheimzinnige plan van Herz wordt de eerste jaren in de ijskast gezet. Het race-team komt voorlopig op de eerste plaats. Het gaat goed. Men moet het weliswaar tegen de sterke DKW's en BMW's opnemen, maar successen zijn er wel degelijk.
De twee NSU 500 cc compressor-motoren die zo succesvol waren
Cilinderinhoud 348 cc, boring 2x 56 mm, slag 70,5 mm, 68 pk
Cilinderinhoud 499 cc, boring 2x 63 mm, slag 80,0 mm, 98 pk,
De solo-motor woog
met 35 liter brandstof totaal 220 kg
Ontsteking van Bosch en carburateurs van Amal
En de coureurs waren: Heiner Fleischmann, Wilhelm Herz
en Hermann Böhm
In 1949 krijgt Wilhelm Herz tijden de trainingen een ongeluk. Zijn linker onderarm breekt, en wel zo gecompliceerd, dat het enorm lang duurt voor het geheeld is. Zijn arm zit in het gips, maar dit geeft Herz de gelegenheid om zijn stoutste dromen waar te maken. Samen met NSU construeert Herz nieuwe motoren en modellen. Deze machines zijn bedoeld het “wereld-snelheidsrecord” voor motor-voertuigen op 2 wielen te verbeteren. In november 1950 neemt het plan concrete vormen aan. Herz heeft echter een enorme tegenslag te verwerken gehad. Als eindelijk het gips van zijn arm afgaat, blijkt het niet goed geheeld te zijn. Als na lang oefenen en proberen het functioneren van zijn arm maar niet verbetert, wordt Herz opnieuw geopereerd en voor het weer goed gaat, nog eens. Men overweegt op een gegeven moment zelfs een amputatie. Maar door lang en systematisch oefenen lukt het Herz zijn linkerarm weer zo goed en zo sterk te krijgen dat hij in februari 1951 weer op een race-machine kan rijden.
Zijn wereldrecord kan verreden worden. Alleen het traject moet nog gekozen worden. Volgens de internationale bepaling mag in de kilometer voor en na het meet-traject niet meer dan 1% stijging of daling zijn. Uiteindelijk kiest men voor de autosnelweg München - Ingolstadt. De trainingen gaan goed. De weerdienst geeft als beste data 11 en 12 april op. Dan zijn de weersvoorspellingen het best. Inderdaad, 11 april om 4.00 uur staat iedereen klaar. Het weer is ideaal en dat blijft zo. Herz komt met zijn machine langs denderen en komt weer terug. Dit is slechts ter opwarming. Het wachten op de echte start begint, totdat vlak voor het afgesproken tijdstip het bericht komt, dat de poging afgeblazen wordt. Het elektrische meetapparaat is niet in orde...
12 april 1951 wereldrecord 2-cilinder 500 cc NSU motor 290 km/uur
Het oude record van Ernst Henne op BMW is 279,5 km/uur en staat al vanaf 1937. Herz is er op gebrand dit te verbeteren. Het weer is ideaal. De aanloop is circa 2 kilometer, dan volgt het eigenlijke meettraject van 1 kilometer en 1 mijl. Herz schakelt snel naar de hoogste versnelling. Als een afgeschoten pijl vliegt de witte machine over de betonbaan en verdwijnt als een witte stip in de verte. De snelheid van deze rit is 12,36 seconden over die ene kilometer; dat betekent circa 290 km/uur. Dan komt Herz terug. Volgens internationale bepalingen moet het traject binnen één uur, eenmaal heen en eenmaal terug afgelegd worden.
Daar is hij al, rustig als op een onzichtbare rail suist de snelste motorfiets ter wereld voorbij door het meettraject en rolt uit op het start-traject. Het record is verbroken. De eerste rit reed de machine 294 en op de terugweg 286 km/uur.
De machine waarmee gereden is, heeft een 500 cc compressor-motor.
Pas 4 jaar later raakt Herz het absolute snelheidsrecord voor motorfietsen kwijt. De Nieuw-Zeelander Russel Wright rijdt met zijn 1000 cc Vincent 7,7 km/uur sneller.
De ontwikkelingen en onderzoeken hebben ondertussen niet stilgelegen en in oktober 1955 vliegen Wilhelm Herz, Dr. Walter Froede en Gustav Germer (race-leider) naar de Verenigde Staten om daar de zoutmeren te bekijken in verband met een nieuwe record-poging. Omdat NSU de 300 km/uur graag wil overschrijden, heeft men de motorfiets helemaal aangepast. Geen open fiets meer, maar nu een complete gestroomlijnde ombouw; getest in de windtunnel en in het water. De record-machine van 1951 kende ook wel een ombouw, maar daar zat de rijder nog in een open kuip. Omdat boven de 300 km/uur de windkracht nog sterker is, en men bang is, dat de rijder daar niet meer tegenop kan, bouwt men de ombouw, die alleen van onderen nog open is.
Op 25 juli 1956 de eerste pogingen. Deze mislukken, omdat 6 spaken uit het achterwiel van de “Delphin III” gebroken zijn. De belasting was te hoog geweest. Men moet op zoek naar nieuwe versterkte spaken. Deze vindt men, het zijn weliswaar spaken van een race-machine van Harley, maar ze passen en ze voldoen.
In de tussentijd maakt Wilhelm Herz proefritten met de Baumm IV, de 350 cc machine, die ook wel de “ligstoel” genoemd wordt, omdat de rijder er als in een ligstoel in zit/ligt. Tijdens één van deze ritten bij een snelheid van circa 320 km/uur wordt de Baumm IV onbestuurbaar, gaat slingeren, vliegt de lucht in en slaat meerdere keren over de kop. Gustav Germer die als eerste bij de plaats des onheils komt, staat als versteend, totdat uit de gedeukte machine Herz stem klinkt: “Doe nou eens de deksel open en haal me eruit”. Wonder boven wonder heeft de sterke ombouw Herz goed beschermd en komt hij behalve wat kneuzingen, er ongeschonden uit.
9 augustus 1956 wereldrecord 2-cilinder 500 cc NSU motor 339 km/uur
Op de “Saltflats” in Bonneville, Utah USA bereikt Wilhelm Herz op zijn 110 pk sterke 500 cc NSU Delphine III snelheden, die nog nooit iemand op een 2-wielig voertuig heeft gereden. Op de Engelse mijl rijdt hij 339 km/uur. Beide keren (heen en terug) legt hij de afstand in exact dezelfde tijd af, namelijk 17,07 seconden.
Russel Wright, die enige weken later op de zoutvlakte dit record met zijn
1000 cc Vincent probeert te verbreken, moet onverricht ter zake terug keren.
Hij bleef steken op 319 km/uur.
Het zal duidelijk zijn dat Herz geen type was om rustig te gaan genieten van deze records. Zelfs 10 jaar later, in 1966, was Herz nog actief in het doen van record-pogingen, zowel met de motorfiets als met een NSU compressor-auto. Een bijzondere man die met deze wereldrecords de verkopen van motorfietsen zeer gunstig heeft beïnvloed.
In het topjaar 1955 werden er bijna 300.000 NSU motor aangedreven 2-wielers geproduceerd, waarvan circa 43.000 motorfietsen en 228.000 Quickly bromfietsen.
Gebruikte literatuur
NSU 1873-1984 Vom Hochrad zum Automobiel, Peter Schneider
Die NSU Renngeschiechte 1904-1956, Dieter Herz / Karl Reese
Bovenstaande tekst was opgenomen in een klein boekje op A5-formaat in het kader van een NSU Club Nederland groepsreis naar Neckarsulm en Hockenheim van 22 t/m 24 april 1993. Hans en Gon Homburg.